Een perfecte symbiose: Bausch & Acogny

Tekst: Jacq. Algra (dit artikel verscheen eerder in Dansmagazine)

Spraakmakend was de doorleefde versie van The Rite of Spring van Pina Bausch in 1975, waarin mannen een vrouw uitkiezen die zich moet dooddansen voor een vruchtbare lente. De klassieker van het Tanztheater wordt nu opnieuw tot leven gewekt door Afrikaanse dansers. 'Dit stuk biedt ruimte aan een scala van menselijke eigenschappen en emoties en die zoeken wij in elke performer.' 

“Gewoonlijk werken we bij de instudering van stukken van Pina Bausch met dansers die binnen een bestaand gezelschap beschikbaar zijn. Dat is natuurlijk altijd een uitdaging en impliceert een compromis”, zegt Jorge Puerta Armenta, die samen met Clémentine Deluy en Josephine Ann Endicott de artistieke leiding heeft over deze nieuwe uitvoering van The Rite of Spring.

“Als je een open auditie doet, krijg je allemaal mensen die enorm gemotiveerd zijn en geïnteresseerd in dit specifieke project. Zo verzamel je een ideale cast. Een groep helemaal vanaf de bodem opbouwen is natuurlijk wel complexer, productioneel en logistiek gezien, maar het brengt ook mensen speciaal voor dat doel samen. Dat geeft een heel andere atmosfeer. De route die nu door de Pina Bausch Foundation, École des Sables en Sadler's Wells Theatre gekozen is, biedt de kans om totaal fresh and shiny te zijn.”  

Een hele kosmos

Endicott, Deluy en Armenta dansten jarenlang bij Tanztheater Wuppertal onder leiding van Bausch, die in 2009 op achtenzestigjarige leeftijd overleed. Haar erfenis: ruim veertig spraakmakende producties en duizenden videobanden, foto's, flyers en affiches. “Er is een hele kosmos om te ontdekken”, in de woorden van haar zoon Salomon Bausch. Hij draagt samen met Ismaël Dia en de Hogeschool van Darmstadt zorg voor het online archief en de activiteiten van de stichting.

École des Sables onder leiding van Germaine Acogny is een van de partners van de stichting. Danskunstenaars die geselecteerd worden voor het fellowship-programma kunnen bij haar in Toubab Dialaw, Senegal terecht. Ze krijgen de kans om haar danstechniek te bestuderen, die wortels heeft in traditionele Afrikaanse dans èn westerse klassieke en moderne dans. Twee elementen zijn daarin belangrijk: de ruggenwervel, aangeduid als de Serpent of Life, en de omgeving van een danser, want deze gaat altijd een dialoog aan met de kosmos en de natuur.

Verbondenheid

Acogny leerde de eerste dansbewegingen van haar moeder, een Yoruba-priesteres, en studeerde later in Parijs en New York. Ze leidde Mudra Afrique in Dakar – de Afrikaanse evenknie van de Brusselse dansopleiding van Maurice Béjart – richtte in Toulouse de Studio-École-Ballet-Théâtre du 3ème Monde op en keerde in 1995 terug naar Senegal voor haar 'School van het Zand'. Niet veel later richtte ze daar ook een eigen gezelschap op, Jant-Bi, waarmee ze diverse voorstellingen gaf in Nederland.

Toen Acogny Bausch' Frühlingsopfer zag, gedanst op blote voeten die sporen trekken door een laag aarde, zag zij een Afrikaans ritueel. Ze was er diep door geraakt. Acht jaar geleden danste ze op Stravinski's muziek een solo die de Franse choreograaf Olivier Dubois voor haar heeft gemaakt: Mon élue noir - My black chosen one, in New York bekroond met een Bessie Award.

Al met al een perfecte opmaat naar common ground[s], het duet over verscheiden- en verbondenheid dat Acogny als opening van het Bausch-programma danst met Malou Airaudo. Deze Française danste bij het Ballet Russe de Monte Carlo en in New York en streek neer in Wuppertal zodra Bausch er haar queeste startte. Airaudo is inmiddels 70+, net als Acogny.   

Wat zegt Josephine Ann Endicott, die danste in de originele cast? 

“Dit is een van de mooiste stukken om te dansen, het is onvergetelijk. Je voelt elk bot in je lichaam, je voelt de hele groep om je heen. We zijn allemaal aan het zweten, we voelen allemaal dezelfde angst.”

Wat wilde Pina Bausch?

“Niet hoe mensen bewegen, maar wat hen beweegt.” Dat was het credo van Philippine Bausch (1940-2009). De choreograaf wilde in haar dans uitdrukking geven aan de innerlijke beweging. Ze focuste niet louter op danstechniek, maar zocht 'een taal voor het leven'.  

Uitdagingen

Samen met Salomon Bausch en Acogny bedacht Amarenta een plan om de juiste Afrikaanse dansers te vinden voor deze editie van The Rite of Spring.

Amarenta: “Het was meteen duidelijk dat het niet voldoende was om alleen auditie in Senegal te doen, want de meeste dansers kunnen niet makkelijk daarheen reizen. Dus nam Acogny contact op met de artistiek leiders van danscentra in Burkina Faso en Ivoorkust. We zijn de audities begonnen met ruim tweehonderd dansers. Of we dat verwacht hadden? Om je de waarheid te zeggen: we wisten niet echt wat we konden verwachten. Hoeveel dansers, uit welke landen, met welke achtergronden; Afrika is enorm groot.”

Uiteindelijk ging het team – de drie artistiek leiders samen met vijf repetitoren – de studio in met zesendertig dansers uit veertien verschillende landen. Voor het eerst is het merendeel van de dansers niet klassiek getraind, zoals bij het ensemble in Wuppertal, hoe divers ook, het geval was. Datzelfde geldt voor de gezelschappen waar Bausch-stukken tot nu toe zijn ingestudeerd. The Rite of Spring was in 1998 het eerste stuk dat uitvloog: naar het Parijse Opera Ballet. Maakte dat gegeven het repetitieproces extra moeilijk?

Deluy: “Helemaal niet, elke achtergrond brengt voordelen met zich mee. De uitdagingen liggen bij deze groep misschien ergens anders, maar ze zijn er altijd, ook bij klassiek getrainde dansers. Wat wel echt uitdagend is, is het stuk zelf. Het is niet te vergelijken bijvoorbeeld met Iphigenie auf Taurus dat ik bij het Semperoper Ballett heb ingestudeerd. Daarom heb ik me gericht op de choreografie zelf en het pure bewegingsmateriaal.”

De schok was groot toen in 1973 het Wuppertal Opera Ballett onder haar leiding Tanztheater Wuppertal ging heten en sprookjesachtige feeën en Balanchine-ballerina's het veld ruimden voor dansers van vlees en bloed die hun eigen ervaringen met het publiek deelden. Terugkerend thema: de kloof en miscommunicatie tussen mannen en vrouwen die het verlangen naar liefde torpedeert en het hart blesseert.

Frühlingsopfer was Bausch' zesde creatie en de laatste met een verhaallijn; latere stukken hadden steeds meer een collageachtige opbouw. Stravinsky's muziek vormde de partituur voor een choreografie over de rücksichtslose en intimiderende wijze waarop mannen met vrouwen omgaan en de angst van vrouwen om er het slachtoffer van te worden. Bausch' dansers toonden het op een doorleefde, radicale en emotionele manier, zodat de toeschouwer het ook kon aanvoelen en er wellicht over na ging denken. 'Theater der Erfahrung' werd het genoemd.

“Er zijn natuurlijk situaties waarin je niets meer kunt zeggen en je echt sprakeloos bent. Dan kun je alleen nog dingen aangeven, laten vermoeden. Dat is volgens mij waar de dans begint.”

Dit zijn woorden van de wereldberoemde choreograaf die Wim Wenders in zijn film Pina laat weerklinken. Haar filosofie bleek een schot in de roos: de Bausch-taal is een danstaal die over de hele wereld wordt bewonderd en begrepen.        

In het moment zijn

Deluy: “Als het gaat over de emoties die in de dans besloten liggen: die moet elke danser zelf ervaren. Als je helemaal in de choreografie zit, hoef je niets te acteren. Wie de bewegingen intensief uitvoert, heeft de intentie ook vrij snel te pakken. In Bausch' sculptuur van het lichaam zit angst, verlangen, enzovoort. Als de dansers zichzelf openstellen en helemaal in het moment zijn, komen ze in de juiste gemoedstoestand. Door de beweging bij herhaling uit te voeren ontdekken ze wat die doet met hun lijf. De beweging laat je naar binnen gaan.”

Armenta zegt dat hij wel herhaaldelijk vragen van de dansers kreeg over wat een bepaalde beweging  betekent. “ Dan leg ik ze uit dat het bewegingsmateriaal destijds gevonden is naar aanleiding van eigen input van de dansers. Het is geënt op de gevoelens en gedachten van de oorspronkelijke cast; hun antwoorden op specifieke vragen van Bausch. Moderne dansers bewegen met emotie, die komt mee met de beweging en brengen ze naar buiten. Dus waar ik vooral op focus is de ontwikkeling: hoe een beweging ontstaat en intensiteit bereikt. En dat is natuurlijk verbonden aan de muziek, waar Bausch heel erg goed naar luisterde. In The Rite of Spring vormen de dans en de muziek een perfecte symbiose.”

Sensaties en emoties

“Kijk,” vult Deluy aan, “we werken niet vanuit emoties. Maar het stuk ís puur sensaties en emoties: het gaat over angst, verlangen, stilte en stuwende ritmes. Wij proberen te zoeken naar een manier waarop elke danser dat ervaart. Ze dansen de choreografie zoals die is, maar elk individu heeft een andere beleving. Dat was ook de essentie van Bausch' gezelschap. Het is voor iedere danser anders.”

Hoe ver mag de persoonlijke inbreng van de dansers eigenlijk gaan? Armenta lacht.

“We blijven zo dicht mogelijk bij het origineel, voortdurend. Dat doen we met elke groep waarmee we aan een stuk van Bausch werken. Dansers moeten iets in zichzelf zien te matchen met de bestaande choreografie. Dat is het deel waar we naar op zoek zijn; in the end willen we deze mensen op het toneel zien. Dit stuk biedt ruimte aan een waaier van menselijke eigenschappen en emoties. Die zoeken we in elke performer.”

 

Wat zeggen de dansers?  
                          
Gloria Ugwarelojo Biachi is een Nigeriaanse danser, choreograaf, acteur, kostuumontwerper en fitness instructeur. Ze werd opgeleid aan de Dance Deal Foundation in Lagos onder leiding van Bimbo Obafunwa.  

“Voordat ik auditie deed, begreep ik nooit echt waar dit stuk van Bausch over ging. Ik wilde gewoon meedingen voor een plek om te zien wat ik kon, waar ik stond. Tijdens de repetities heb ik mijn mind helemaal geopend voor de choreografie en ben ik volledig meegegaan in elke aanwijzing die we kregen. Het moeilijkste voor mij is om me het stuk eigen te maken, om het echt te begrijpen zodat ik Bausch' boodschap helder op het publiek kan overbrengen. Die gaat voor mij over: vinden we een connectie, saamhorigheid en begrip - een vruchtbare verhouding tot de tijd en wereld om ons heen? Tijdens de repetities is vaak tegen me geroepen: niet acteren! Je moet het in jezelf zien te vinden.”

Serge Arthur Dodo is een danser en choreograaf uit Ivoorkust. Hij won diverse danscompetities op televisie en studeerde daarna aan de École National du Théâtre et Danse en de École des Sables. Hij leidt het gezelschap King'Art en geeft les in verschillende steden, waaronder Amsterdam. 

“Als je de video hebt gezien en de repetitoren de bewegingen hebben voorgedaan, wil je ze op dezelfde manier uitvoeren. Maar voor mij gaat dit project ook over jezelf zijn. Over kunnen aannemen wat zij ons geven en je dat eigen maken.”

Ontdek Pina Bausch bij Amare:

    • zo 8 jan ’23
      16:00
      Filmhuis Den Haag
    • zo 15 jan ’23
      12:00
      Filmhuis Den Haag
    • ma 16 jan ’23
      15:30
      Filmhuis Den Haag
    • ma 16 jan ’23
      16:45
      Filmhuis Den Haag
    • di 17 jan ’23
      16:45
      Filmhuis Den Haag
    • wo 18 jan ’23
      16:45
      Filmhuis Den Haag
    • vr 20 jan ’23
      10:30
      Filmhuis Den Haag
    • za 21 jan ’23
      15:30
      Filmhuis Den Haag
    • wo 25 jan ’23
      18:45
      Filmhuis Den Haag
    • do 12 jan ’23
      20:30 - 22:00
      Danstheater
    • vr 13 jan ’23
      20:30 - 22:00
      Danstheater
    • za 14 jan ’23
      20:30 - 22:00
      Danstheater
    • zo 15 jan ’23
      14:00 - 15:30
      Danstheater

Meer Amare Stories: