© Jesse Willems

9 vragen aan Herman van Veen

mei 2024, interview, tekst: Herman van Veen

Met zijn nieuwe show Een voorstelling komt Herman van Veen op 1 en 2 juni naar Amare. Zestig jaar staat hij al op de planken. En dat wordt gevierd! Wat brengt hij deze keer mee naar Den Haag? 

U staat dit jaar zestig jaar op de planken. Kunt u wat meer vertellen over de ‘verjaardags’voorstelling?
“Het wordt vrolijk. Zal het honderduit zingen, speel altijd wel viool, dans wat ik dansen kan. We komen naar Den Haag met verhalen, liedjes, muziek, merkwaardige terzijdes, vergissingen en gasten. We vieren zestig jaar op de planken uitgebreid. Naast Edith Leerkes, Jannemien Cnossen, Kees Dijkstra en de stagiaires spelen mee: good old saxofonist Nard Reijnders, violist Jasper Le Clercq (Zapp4) en de zingende dansers Esmée Pieters van Texel, Gaëtane Bouchez uit België en uit Mexico Viridiana Hernandez.”

U heeft het vermogen om verschillende kunstvormen te combineren. Waar ligt deze keer het accent?
“Vooral op de zanger, maar zeker ook de violist. Met het ouder worden schep ik er meer en meer genoegen in te kunnen fiedelen. Mijn dansen moet gezien worden als een eigenaardige vorm van vallen.”

Hoe belangrijk is de interactie met het publiek?
“Het publiek heeft een grote invloed op het gebeuren. Elke dag is onvoorspelbaar. De verschillen zijn markant. Een woensdagavondpubliek is veel ingetogener dan het zaterdagavondpubliek. Op matinees zitten er vaak ook veel kinderen in de zaal die door hun spontaniteit een voorstelling mede kunnen sturen. Vind het enig als mensen van tevoren om hun lievelingsverhalen of liedjes vragen. Doe dan wat ik kan.”

Waar komen ideeën vandaan? Hoe komt u aan die inspiratie?
“Ben vooral nieuwsgierig. Wil begrijpen. Met een beetje mazzel zit er in elk antwoord wel een nieuwe vraag verscholen. Ben altijd wel bezig vormen te zoeken. Kan ik of moet ik met dit gegeven iets op het toneel? Of is het meer een gedicht? Misschien moet ik dit schilderen? Op één of andere manier komt er altijd heel natuurlijk een antwoord. Soms denk ik wel: misschien is dat wat ik niet snap hetgeen mij deskundig maakt, word je niet alleen gevormd door je talent maar ook door je onvermogen.”

U bent o.a. woordkunstenaar, dichter, componist en bespeelt verschillende instrumenten. Is de viool uw favoriete instrument?
“Heb zang- viool- en muziekpedagogie gestudeerd aan het Utrechts Conservatorium. Drie vakken, omdat ik ook toen al niet wist wat ik het leukste vond. Het wisselt, soms los ik het met zingen op en dan weer word ik door mijn viool gered. Mijn mazzel is dat ik een keuze heb.”

U treedt op in Amare: wat betekent dit theater voor u? Is het gewoon een van de vele theaters in Nederland, of is er toch iets van een speciale band met deze zaal, het publiek of Den Haag in het bijzonder?
“Wij speelden voor het eerst in Den Haag in de jaren zestig. Het was de impresario van Wim Kan die ons in Diligentia presenteerde. Meneer Kan schreef toen eigenhandig met een viltstift op de posters: Van harte aanbevolen. Daarna gingen we naar het Circustheater en naar het Congresgebouw waar wij toen met het Residentie Orkest Alfred Jodocus Kwak speelden. Werd verliefd op een actrice in het gezelschap van de Haagse Komedie. Raakte bevriend met Guido de Moor en Elisabeth Andersen. Van hen mocht ik altijd weer naar repetities komen kijken. Leerde veel van Ko van Dijk, Paul Steenbergen, Ank van de Moer en al die grote spelers van weleer. Ontmoette daar een van mijn altijd nog beste vrienden, de acteur Michiel Kerbosch. Toen Paul van Vliet nog leefde gingen wij nog niet naar Hotel Des Indes.

Vorig jaar brachten we in Amare, met het eerdergenoemde Residentie Orkest, het symfonisch sprookje Anne de Poes. Over een paar weken sta ik weer op deze plek in mijn hemelblauwe bloes. Niet op Beatles-laarsjes, maar op verende schoenen tegen het slijten.

Ken Den Haag niet erg goed, niet anders dan wat de meesten van ons van Den Haag weten inzake de regering, het koningshuis, de stad achter de duinen, het internationaal recht. Heb mij voorgenomen ooit als ik niet meer zing hier op mijn gemak terug te komen om te kijken waar ik was, naar de Grote Kerk, het Vredespaleis, de Lange Voorhout, te slenteren in het Zuiderpark, over de Pier van Scheveningen, op de Haagse Markt. Of het er ooit van komt?”

Hoe ziet u het liefst dat de mensen na uw optreden naar huis gaan? Met stof tot nadenken (mijmerend dus), of met een glimlach?
“Ik kies voor dat met die glimlach. Ook vind ik het mooi als mensen soms na onze voorstelling hun jas, autosleutels, of paraplu vergeten.”

Tot slot: Kunt u zich een leven zonder werk voorstellen?
“Nee.”

En dan waar houdt u van?
“Ik hou, uit de losse hand, van Johann Sebastiaan Bach, Pergolesi, Schubert, The Beatles, Amy Winehouse, fluit met van alles mee. Lees heel wat af. De kranten, veel gedichten weer en weer mensen als: Judith Herzberg, Anne Vegter, Toon Tellegen, Ramsey Nasr, Luuk Gruwez. Als kind verslond ik Jules Verne, verzamelde stripboeken, sprookjes, Astrid Lindgren, Roald Dahl. Toen ik ouder werd ontdekte ik, na Simone Signoret, Paul Sartre en tijdgenoten, vooral ook Marguerite Yourcenar. Haar Hermetisch zwart heb ik meerdere keren gelezen. Las en lees met veel plezier en interesse het werk van John le Carré, Arnon Grunberg, Midas Dekkers. Ben een soort alleslezer. Wij hebben thuis een reuze, of schrijf je reuzen boekenkast?

Volg het voetbal op de voet, ben FC Utrecht- en Feyenoord-fan. Elke zomer zit ik met mijn standen voor de tv inzake de Tour de France. Ook naar atletiek mag ik graag kijken.

Van de schilders ben ik, los van onze oude meesters, het meest onder de indruk van James Ensor. In mijn nieuwe boek Seizoenen wijd ik een hoofdstuk aan zijn werk De lampenist. Je vindt me vaak in kerken, galeries, musea. Het reizen, door mijn vak, maakt dat eenvoudig.

Ben een ijverige tuinman, gespecialiseerd in maaien en eindeloos kijken naar wat er bloeit en groeit, twittert en kwispelt. Van kinds af aan eet ik De Ruijter muisjes bij het ontbijt naast een vijf-minuten-eitje. Na een voorstelling mag ik voor het slapen graag een oude zachte whisky drinken. Als ik niet kan slapen, denk ik aan die mooie plekken waar ik was, dan komt Klaas Vaak vanzelf.”

Bestel je tickets voor Herman van Veen

Meer Amare Stories