© Erik Berg

Jiří Kylián Retrospectief: WINGS OF TIME

The Norwegian National Ballet
Co-presentatie Holland Dance Festival, Kylián Productions, Amare en ondersteund door FIND

wo 18 t/m zo 22 juni / Danstheater 

Programma

Day after Yesterday (wo 18 & do 19 jun)
1978 - 1991 by Jiří Kylián 
Forgotten Land    
No More Play      
Petite Mort 
Symphony of Psalms 

Day before Tomorrow (za 21 & zo 22 jun) 
1995 - 2008 by Jiří Kylián 
Wings of Wax  
Gods and Dogs  
Bella Figura

Programmatoelichting

Day after Yesterday

Vier tijdloze balletten nemen je mee langs de meesterwerken uit Kyliáns vroege carrière. 

1 - Forgotten Land

In 1939 kreeg Benjamin Britten de opdracht een compositie te schrijven ter gelegenheid van de viering van het 2600-jarig bestaan van Japan. Britten nam de opdracht aan en componeerde het werk Sinfonia da Requiem.
 
Omdat hij echter Latijnse christelijke liturgische teksten als onderliggend thema gebruikte, werd zijn compositie afgewezen door de nationalistische Japanse regering. 

Sinfonia da Requiem is onderverdeeld in drie delen: Lacrymosa (Ween), Dies Irae (Dag van toorn) en Requiem Aeternam (Eeuwige rust). Uiteindelijk droeg Britten dit werk op aan de nagedachtenis van zijn ouders. Een zeer belangrijke inspiratiebron voor mijn choreografie was het beroemde schilderij De dans des levens (1899) van Edvard Munch, waarin een vrouw wordt afgebeeld in de drie fasen van haar leven. Dit werk kwam tot stand in nauwe samenwerking met de schilder John Macfarlane, die verantwoordelijk was voor het decor en de kostuums.

2 - No More Play

Het idee voor deze choreografie werd geïnspireerd door een klein beeldhouwwerk van Alberto Giacometti, getiteld No More Play. Het is een eenvoudige, licht vervormde sculptuur met kleine deuken en kraters. Het voelt alsof je wordt uitgenodigd voor een bordspel waarvan de regels geheim worden gehouden of zelfs nooit zijn vastgesteld. Maar zodra je begint te spelen, leer je de wetten van dit vreemde spel — soms pas als het te laat is. 
 
Voor mijn choreografie heb ik gekozen voor de muziek van Anton Webern – Fünf Sätze für Streichquartett, Op. 5 uit 1909. Deze muziek heeft een fascinerend gevoel van essentie en onvermijdelijkheid. De klank en structuur creëren een bijzondere vorm van “koele” emotionaliteit en dynamische spanning. Deze muzikale eigenschappen hadden een beslissende invloed op mijn choreografie. Tijdens het creatieproces voelde het soms alsof ik een spel speelde met zeer precieze regels — maar regels die in een lang vergeten taal waren geschreven.

3 - Petit Mort

'Petite Mort' is een poëtische en op eigenaardige wijze betekenisvolle manier om in het Frans (en sommige andere talen) de extase van seksuele gemeenschap te beschrijven. En het is heel goed mogelijk dat we, op het moment van genot, een nieuw leven creëren – maar door het scheppen van een nieuw leven, creëren we ook een nieuwe dood. 

De muziek voor deze choreografie is van W.A. Mozart. Ik koos de langzame delen van zijn twee beroemdste pianoconcerten – in A majeur en C majeur. Ik heb de snelle delen weggelaten, waardoor de langzame delen iets kregen van een antiek torso, zonder armen of benen – niet in staat te lopen of te omhelzen. Maar juist door dit gemis krijgt zo’n “torso” een zekere uniciteit, een vreemde schoonheid en kwetsbaarheid. Sinds deze muziek werd geschreven tot op de dag van vandaag zijn er vele oorlogen gevoerd en is er veel bloed vergoten onder de “bruggen van de tijd”. En ook nu, terwijl je deze regels leest, worden er mensen gedood – vandaar het gebruik van degens. 
 
Wat ons lot ook is, de 'mort' is altijd onze beste vriend. Soms is hij 'petite', soms 'grande', maar zonder twijfel is hij onze trouwste metgezel. 
 
De muziek van Igor Stravinsky werd in 1930 gecomponeerd en is gebaseerd op drie bijbelse teksten: 

  1. Een gebed dat wij tot “Onze Heer” richten, waarin wij onze nietigheid tegenover Hem aanvaarden.
  2. Een uiting van dankbaarheid aan “Onze Heer”, omdat Hij ons uit onze ellende heeft verlost en ons heeft geleerd tot Hem te bidden.
  3. De lofprijzing van alle deugden van “Onze Heer”.

Bij het lezen van deze teksten kwamen er veel vragen bij me op. Er is zoveel ellende die mensen al duizenden jaren moeten doorstaan – en nog steeds ze lijden.

Zeker, vaak door eigen toedoen – maar waarom zouden we “de Heer” loven? Hij heeft ons nooit geholpen om betere mensen te worden!

4 - Symphony of Psalms

Symphony of Psalms werd gecreëerd in de herfst van 1978, kort nadat ik artistiek leider werd van het Nederlands Dans Theater. Met dit werk wilde ik zeker niet alleen mensen met een religieuze achtergrond aanspreken, maar juist alle mensen die willen ontsnappen aan de eentonigheid van hun dagelijkse routine. Het decor van deze choreografie bestaat volledig uit oosterse tapijten. Veel van deze tapijten zijn niet alleen gemaakt ter decoratie – hun spirituele betekenis was minstens zo belangrijk. De patronen van de mooiste tapijten weerspiegelen soms de oneindige schoonheid van getallen en zouden zelfs het goddelijke kunnen symboliseren.

De choreografie is geïnspireerd op de patronen van deze tapijten. Maar binnen deze strakke structuur krijgen individuele standpunten en emotionele uitspattingen ruimte. In dit werk dansen alle dansers van begin tot eind samen op het toneel. Niemand verlaat het podium vóór het einde. De onderlinge afhankelijkheid van alle dansers is duidelijk zichtbaar. Dit werk heeft bijgedragen aan het ontstaan van een nieuw NDT – als een homogene groep individuen die, binnen de regels en discipline van het gezelschap, hun eigenheid kunnen uitdrukken. 

 

Day before Tomorrow

Een eerbetoon aan de kunst van Jiří Kylián – met drie van zijn recentere meesterwerken. 

1 - Wings of Wax

Ik kan me voorstellen dat de titel Wings of Wax doet denken aan het oude verhaal van Icarus en zijn vader Daedalus, met hun vlucht en strijd om te ontsnappen aan de gevangenschap in het beruchte “Laborintus” op Kreta. Dit grote epos vertelt ons niet alleen een fascinerend verhaal uit een ver verleden – het symboliseert ook het eeuwige verlangen van de mens naar vrijheid, in fysieke, spirituele of welke andere vorm dan ook.

Dansers, en hun manier van leven, vertegenwoordigen ook een vreemde vorm van gevangenschap. Ze bevinden zich in de “isoleercel” van hun eigen lichaam. Maar juist hun lichaam is hun enige middel om zich uit te drukken. Ze tonen hun lichaam als een kunstwerk.

Eeuwenlang is hun kunst gedefinieerd door een verlangen om de zwaartekracht te trotseren. Ze springen, draaien, tillen en werpen elkaar door de lucht.
 
Wings of Wax is een poging tot verzet van de dansers tegen de wetten van de zwaartekracht te tonen, wetten waarmee elke danser wordt geconfronteerd, maar ook om de spirituele en emotionele diepte van hun fysieke uiting te onthullen. 

2 - Gods and Dogs
 
Animaliteit en goddelijkheid zijn zeker twee belangrijke componenten van het menselijk bestaan, en waarschijnlijk moeten we ergens een balans vinden tussen de twee.

Gods and Dogs geeft zeker geen antwoord op de vraag hoe we dit evenwicht kunnen bereiken, maar het kan ons misschien wel bewuster maken van het bestaan ervan. We hebben allemaal bepaalde fysieke krachten en veerkracht geërfd, maar ook tekortkomingen en zwakheden. Daarnaast hebben we ook mentale vermogens meegekregen, met al hun tekortkomingen, evenals een emotionele uitrusting met allerlei barsten. Wat het ook is, we moeten leven met ons erfgoed vanaf het moment dat we voor het eerst schreeuwen tot we niet meer schreeuwen. We hebben allemaal een zekere abnormaliteit verworven. Maar wat is normaal? En waar ligt precies de grens tussen normaliteit en abnormaliteit?

Misschien zou elke nieuwe generatie de grenzen en schemerzones van gezond verstand en krankzinnigheid opnieuw moeten onderzoeken en herdefiniëren. Maar ongeacht alles, kunnen zeker geen gezonde ontwikkelingen plaatsvinden zonder een flinke dosis waanzin. 
 
 3 - Bella Figura

De titel Bella Figura betekent in het Italiaans niet alleen 'mooi lichaam', maar ook 'je groot houden' wanneer je geconfronteerd wordt met een moeilijke situatie.
 
Dat geldt in het bijzonder voor podiumkunstenaars. De mensen in het publiek zullen nooit weten of de artiest die voor hen staat met persoonlijke problemen kampt – maar de artiest weet ook dat het publiek dat niet weet. Wat alle performers wél weten, is dat het publiek een kaartje heeft gekocht om hen te zien en vermaakt wil worden. Dus zetten ze hun bella figura op, wat er ook gebeurt!

Al lange tijd stel ik mezelf twee vragen: Wat is een voorstelling, en wanneer begint die eigenlijk? Begint die op het moment dat het doek opgaat, of bij onze geboorte? Begint het allemaal wanneer de choreograaf de dansers hun eerste passen aanleert, of wanneer ze beginnen met hun make-up? En eindigt de voorstelling zodra ze het toneel verlaten, of loopt het door tot het einde van hun leven?
 
En wie zijn de performers eigenlijk? Alleen professioneel opgeleide kunstenaars, of zijn we dat allemaal? Wat is het verschil tussen de kleding die we op straat dragen en een kostuum op het toneel? Waar ligt de grens tussen kunst en kunstmatigheid, tussen fantasie en werkelijkheid? En tenslotte: waar ligt de grens tussen waarheid en leugen?
 
Juist deze 'twilight zone' fascineert mij het meest. Ze creëert een wereld waarin allerlei werkelijkheden op de meest onvoorspelbare en surrealistische manieren in elkaar overlopen. 

 

The Norwegian National Ballet

The Norwegian National Ballet is het enige klassieke balletgezelschap in Noorwegen. Naast het uitvoeren van klassiekers zoals Het Zwanenmeer, Doornroosje en De Notenkraker, omvat het repertoire van het gezelschap werken van internationale grootmeesters zoals Jiří Kylián, William Forsythe, George Balanchine, Sol León en Paul Lightfoot, Natalia Makarova en Mats Ek.

The Norwegian National Ballet hecht ook veel waarde aan nieuwe werken die speciaal voor het gezelschap zijn gecreëerd door choreografen zoals Alexander Ekman, Marit Moum Aune, Cina Espejord en de geassocieerde choreografen Jo Strømgren en Alan Lucien Øyen.

Het gezelschap bestaat uit 70 dansers en een tweede groep van 14 jonge dansers: The Norwegian National 2, en heeft daarnaast een eigen balletschool. Ingrid Lorentzen werd in 2012 artistiek directeur, nadat zij zelf als eerste soliste bij het gezelschap danste.

In 2019 lanceerde het gezelschap het Choreografie Ontwikkelingsprogramma Artemisia, met als doel de volgende generatie creatieve danskunstenaars gelijke kansen te bieden – ongeacht gender. Tot nu toe heeft dit geleid tot 30 nieuwe werken.

Het gezelschap tourt zowel in Noorwegen als internationaal. De Ibsen-balletten Spoken (Ghosts) en Hedda Gabler zijn uitgegroeid tot signatuurwerken van het gezelschap, met tournees naar onder andere Shanghai, Berlijn, Hongkong, Moskou, Wenen en Parijs.

© Joerg-Wiesner
Inzoomen

In gesprek met Jiří Kylián 

tekst: Joyce Roodnat

Met het retrospectief ‘Wings of Time’ kijkt Jiří Kylián terug op een carrière van bijna zestig jaar vol uitgelaten scheppingsdrift. 

Dans is je leven. Hoe ontdekte je dat er dans bestond?
Dat ging vanzelf. Ik was 9 en mijn moeder nam me mee naar mijn allereerste dansvoorstelling, The Fountain of Bakhchisarai van Rostislav Zakharov, naar een gedicht van Poesjkin]. Op slag was mijn ziel aan de duivel verkocht en ik ben de duivel tot op de dag van vandaag trouw gebleven. Mijn moeder was danseres, ze begon als wonderkind, een Tsjechische Shirley Temple, haha. Ze was dol op lichte muziek. Tsjaikovski’s Capriccio Italien wervelde onafgebroken om me heen. Ik was een fysiek kind, maar ik danste niet, ik deed aan turnen. Tot ik besefte dat het lichaam meer kan dan springen en rennen en tussen de leggers zwaaien. 
 
Je werd danser.  
Ons lichaam bestaat uit vijfenzeventig scharnieren, de combinaties van die scharnieren garanderen een onbeperkte hoeveelheid bewegingen en de mogelijkheden van het brein zijn nog eindelozer. De klassieke dans daagt de zwaartekracht uit. Die streeft naar de opwaartse beweging, die springt, die zweeft. De moderne dans erkent de zwaartekracht. Er is meer dan altijd vliegen, je valt, je beweegt over de vloer. Klassieke dans bestaat uit discipline en voorschriften. Eigentijdse dans biedt absolute vrijheid, vrijheid voor je lichaam en vrijheid in je hoofd. 
 
Hoe kijk jij naar dansers? 
Los van het vermogen om de bedoelingen van de choreograaf te bevatten, die over te brengen aan het publiek en daarbij trouw aan zichzelf te blijven, heeft de danser de unieke capaciteit om in het moment te leven. Maar pas op. Een beweging wordt geboren en sterft direct, zodra je ‘het moment’ zegt, is dat voorbij. Ik ben een perfectionist, als choreograaf wil ik de bewegingen van de dansers exact beheersen. Nou, dat kan ik willen, maar een beweging is nooit dezelfde. 
 
Wanneer wist je: ik ben choreograaf?  
Toen ik me realiseerde dat in de dans verhalen evolueren naar gedachten. Ik merkte hoe goed het voelde om via dans zichtbaar te kunnen maken wat er in me omging. En ik besefte dat ik alles wat ik wil veel beter via de lichamen van andere dansers kon uitdrukken dan met het mijne. Als beginnende choreograaf was ik doodsbenauwd dat ze me door zouden hebben. Daarom kwam ik ’s ochtends de studio binnen met bewegingen die ik de avond daarvoor had voorbereid op mijn eigen lichaam. Inmiddels durf ik te zeggen: ik heb even geen idee, jullie wel? Vervolgens neem ik hun bijdragen in dank mee. 
 
Je verliet Praag. 
Ik kreeg een studiebeurs voor een jaar in Londen. Voor iemand uit een communistisch land was dat iets ongelooflijks om het land te mogen verlaten. Ik moest toestemming vragen, en een paspoort en ik moest met een heel kleine toelage zien te overleven. Dankzij het British Council kreeg ik vrijkaartjes en zag alles. Het was de tijd van The Beatles, de Rolling Stones en James Bond. Ik zag Martha Graham voor het eerst, ik ontmoette Margot Fonteyn en Rudolf Nureyev. Die kon moeilijk zijn, mijn god!, you better fasten your seatbelts. Maar ik was weg van hem en hij mocht mij graag. Hij vroeg altijd of ik voor hem zou choreograferen, en dan zei ik, Rudolf, dat doe ik niet, ik wil onze vriendschap niet vernietigen.  

In Londen kreeg ik mijn grote kans toen John Cranko, de legendarische choreograaf en de directeur van het Stuttgart Ballet, me benaderde op aanbeveling van mijn Londense leraren. Hij bood me een contract aan. Ik ging in Stuttgart kijken en wist: dit is wat ik wil. Maar ik moest terug naar Praag. Dat was in augustus 1968, en in de nacht van 21 augustus rolden de Russische tanks de stad binnen. Tsjechoslowakije ging op slot. Met het paspoort dat ik nog niet had ingeleverd en mijn vergunning om het land te verlaten die nog net geldig was, passeerde ik de grens, en wist dat ik nooit meer terug zou kunnen. Nog jaren droomde ik de immigrantendroom: dat je in de trein in slaap valt en aan de andere kant van de grens wakker wordt.

Ik verliet Praag toen ik 21 was. Op die leeftijd ben je een spons, ik was doordrenkt van het Praagse avantgarde theater, en de Tsjechische surrealistische cinema zat in mijn artistieke bagage. Ik was blij dat ik weg was, hoe verder hoe beter. Maar mijn werk heeft een Tsjechische polsslag. Dat ik dans maakte met de muziek van Janáček en Dvořák sprak vanzelf. Die muziek past me als een handschoen, die zit in mijn merg. 
 
Hoe Nederlands ben je geworden? Op je 28ste werd je artistiek directeur van het Nederlands Dans Theater [NDT] en nog altijd woon je in Den Haag, nabij de Hollandse kust.  
Dat ik in Nederland ben beland, maakt me onwaarschijnlijk gelukkig en de zee biedt mij het mooiste uitzicht wat ik me voor kan stellen. Een van mijn eerste stukken voor NDT heette La cathedrale engloutie [‘De verzwolgen kathedraal’], daarvoor vulde ik muziek van Debussy aan met het geruis van de golven. In mijn nieuwste film, gedraaid op het Waddeneiland Terschelling, ontdek ik de grens tussen het strand en de zee als de grens tussen leven en dood - terwijl de zee blijft bewegen. Het feit dat Hollanders zeelieden waren die enorme delen van de wereld ontdekten, voedden mijn gevoelens voor Nederland. De Nederlandse schilderkunst bestendigde mijn liefde voor het land. Het schilderij ‘Kinderspelen’ van Pieter Brueghel de Oude inspireerde me voor een ballet waar ik nog altijd trots op ben. 
 
In Stuttgart had je de danseres Sabine Kupferberg ontmoet. Zij werd je inspiratiebron en levenslange liefde. 
In Stuttgart zit ik te kijken naar een repetitie van Taming of the Shrew, een ballet van John Cranko en zie een podium vol waanzin, met de feeks Kate die een pispot over de mensen leeggooit. Tussen die 20, 30 dansers valt me een danseres op en ik zeg tegen mijn buurman: wie is dát? Ze is zó grappig, hoe bestáát het? Dat was Sabine met haar unieke charisma. Het is een geluk te mogen leven met deze crazy woman met een geweldig gevoel voor humor. Ze is van hetzelfde deeg gebakken als Charlie Chaplin. Ze is volledig oprecht – in elke beweging, in alles wat ze ermee uitdrukt. Haar gezicht is een open boek, ze is niet bij machte om iets te verbergen. 
 
Wat ontketende zij in jouw werk?  
Haar uitdrukkingsvermogen is van doorslaggevend belang. Ze kan hilarisch grappig zijn en absoluut tragisch, binnen de minuut gaat ze van de hemel naar de hel en terug. We begrijpen elkaar zonder woorden, het is of een onzichtbare lijn ons verbindt. Dat is zo duidelijk dat het voor de andere dansers frustrerend kan zijn. Met Sabine heb ik dieper en dieper durven gaan. Die diepgang is haar grote bijdrage. Ik kan me een leven zonder haar niet voorstellen. Ik wil samen met haar verdwijnen, op hetzelfde moment. 
 
Wat leerde de dans je?  
Dans verschilt van alle andere kunstvormen doordat het het eigen lichaam als kunstwerk laat zien. Lichaamstaal is onuitputtelijk, en er is altijd meer. Dans is overal en alles. Dans toont diepe gevoelens en spiritualiteit, dans kan grapjes maken. Dans maakt gedachten zichtbaar. Dans drukt abstractie uit, dat ook. Maar die abstractie is nooit honderd procent abstract, aangezien dansers concrete wezens zijn, met skeletten en emoties. Ze stellen zich open en tonen hun zelf en wie naar hen kijkt voegt daar zijn eigen point of view aan toe.  

Ieder mens is een miniatuur-universum en in dat universum interesseert mij: wanneer begint de dans? Wanneer begint de performance? Begint het als je je moeders baarmoeder verlaat en je schreeuwt?  Als je voor de eerste keer muziek hoort? We acteren ons hele leven. Ook nu we hier zitten te praten, werk ik aan een performance. Ik wil dingen kwijt en ik wil indruk maken. Ik wil dat jij mij a clever boy vindt. Tussen jou en mij voltrekt zich een onofficiële performance. De dans is een officiële performance, maar de choreograaf is niet de primaire schepper, die is secundair. Eerst is er de muziek. Vandaar dat ik al heel lang dans maak op muziek die voor mij is gecomponeerd of geïmproviseerd. Ik wil niet reageren op de ideeën van een componist, ik wil kunnen zeggen wat ik wil. 
 
Je reserveerde regelmatig een actieve rol voor muziekinstrumenten in je choreografie. 
Dat deed ik omdat een instrument het lichaam uitbreidt. De trompet, de cello, de drum… in feite wordt elk instrument bespeeld door een dansend lichaam. De goede musicus onderscheidt zich altijd door te spelen met unieke, zeer specifieke bewegingen. Ik denk nu aan een van mijn grote liefdes, de celliste Jacqueline Dupré… Die nek! Wat een hartstocht! 
 
In je werk zie ik de vingerafdruk van een man die plotseling zegt: “Can you take a dirty joke?” 
Zonder humor wil ik geen seconde leven. Ik hoor weleens mensen beweren dat humor oppervlakkig is. Dat vind ik zo dom. Grappen zijn noodzaak, a life saver. Het klinkt misschien vergezocht, maar dat idee komt al bij Shakespeare vandaan. In zijn stukken draait zich tijdens de grootst denkbare tragische gebeurtenissen plotseling een clowneske figuur naar het publiek en die zegt: ze zijn daar allemaal helemaal hartstikke gek. Waardoor jij je realiseert dat de tragedie nog tragischer is dan je voor mogelijk hield. Zie ik iets intens tragisch dan huil ik niet. Maar zie ik Buster Keaton dan huil ik. 
 
Je festival heet Wings of Time. Dat associeer ik met de vele engelen in je werk. Wat doen die daar? 
Ik heb er nooit een gezien maar ik weet zeker dat ze er zijn. Ze dragen ons door het leven, ze wijzen ons de weg. Engelen zijn opmerkelijk. Engelen bestieren de illusie. Zonder engelen zou er geen kunst bestaan, ze stellen je in staat in de verbeelding te geloven. Ze voeren je mee naar plaatsen waarvan je niet wist dat ze bestaan. Ik maakte voor Sabine het stuk Zugvögel (Migrating Birds) en daar had ze maar één vleugel: een gewonde engel. Er zijn ook duistere engelen, die ontvoeren je naar plekken waar je nooit wilde zijn. Althans, dat maken ze je wijs, maar zeker weten doe je dat nooit. Het geeft allemaal niet. Wat telt is dat je in je achterhoofd weet: alles kan. Ik houd van engelen, Sabine ook. Engelen bepalen de kern van wat we creëren, ik weet het zeker. 
 
In je werk zie ik vallende engelen, verdwaalde engelen en engelen met gekortwiekte vleugels... 
… en ik heb me altijd afgevraagd: hoe zitten die vleugels vast? Wat is de constructie en hoe groot zijn ze? En dat vliegen, hoe werkt dat? Je hebt geen idee hoe vaak ik droom dat ik kan vliegen. Mijn moeder ook, die droomde dat ze op twintig centimeter  boven de grond vloog, Ik ga veel hoger. En ja, hoe hoger je vliegt, des te dodelijker je val zal zijn. 
 
Nu ben je 78. en maak je mee dat er wordt teruggekeken op wat er achter je ligt. Op wat je schiep met dans, film, fotografie, installatiekunst.  
Dat is geweldig en eervol. En het is droef. Ik ben heel sentimenteel en uitermate nostalgisch, dus dit raakt me diep. Ik klem me eraan vast, ik vind het heerlijk om er druk mee te zijn en ik doe er alles aan om het zo bijzonder te maken dat niemand het meer zal vergeten. 
 
Choreografeer je nog? 
Zucht. Moeilijk. Eerlijk, ik heb honderden ideeën, in mijn hoofd gaat het maar door. Maar ik betwijfel of mijn energie en mijn leeftijd me toestaan verder te gaan. Een choreograaf moet fysiek meedoen, vind ik. Die kan niet in de studio op een stoel zitten en tegen de dansers zeggen, je moet dit doen en dat. Die moet op zijn minst een idee kunnen laten zien. Dus in de traditionele zin van het woord zal ik niet meer choreograferen. Maar mijn installaties beantwoorden aan mijn perfectionisme. Een danser beweegt de ene keer zus en de volgende keer net iets anders. Een installatie is permanent. En ik maak met mijn films een soort choreografie. Op het podium dwaalt het publiek met de ogen rond en kiest zelf waar het kijkt. Met mijn films laat ik het publiek kijken zoals ik dat wil. In die zin eist het theater een creatiever publiek. Aan de andere kant, ik realiseer me nu dat je ook bij een film elke keer iets anders ziet. Behalve bij Batman, dat is elke keer hetzelfde. 
 
Maar jij maakt geen Batman. 
Nee… nog niet. 

Credits

Wings of Time | Day after Yesterday 

Forgotten Land (1981)
choreografie Jiří Kylián
muziek Benjamin Britten Sinfonia da Requiem Op 20
kostuum- en decorontwerp John F Macfarlane
lichtontwerp (origineel) Hans-Joachim Haas
licht-herontwerp Kees Tjebbes
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
repetitoren Cèsar Faria Fernandes, Cora Bos Kroese
repetitieassistent Igor Vieira

Dansers
Samantha Lynch, Jonathan Olofsson
Grete Sofie Borud Nybakken, Dingkai Bai
Tsukino Tanaka, Gabriel Gudim
Sonia Vinograd, Vasilii Tkachenko
Taeryeong Kim, Silas Henriksen
Anna Sheleg, Kenji Wilkie

No More Play (1988)
choreografie Jiří Kylián
muziek Anton Webern Five movements for string quartet Op 5
decor- en kostuumontwerp Jiří Kylián
lichtontwerp Jiří Kylián (concept) Joop Caboort (uitvoering)
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
repetitor Elke Schepers
repetitieassistent Yoshifumi Inao

Dansers
Anaïs Touret
Grete Sofie Borud Nybakken
Ricardo Castellanos
Alex Cuadros Joglar
Marco Pagetti

Petite Mort (1991)
choreografie Jiří Kylián
muziek Wolfgang Amadeus Mozart I Piano Concerto A Major KV 488 Adagio II Piano Concerto C Major KV 467 Andante
decorontwerp Jiří Kylián
kostuumontwerp Joke Visser
lichtontwerp Jiří Kylián (concept) Joop Caboort (uitvoering)
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
repetitor Stefan Zeromski
repetitieassistent Kaloyan Boyadjiev

Dansers
Thea Gudim Breder, Isaac Martin
Miharu Maki, Andrew Coffey
Julie Petanova, Silas Henriksen
Leyna Magbutay, Douwe Dekkers
Samantha Lynch, Jonathan Olofsson
Hana Nonaka Aillon, Dmytro Litvinov

Symphony of Psalms (1978)
choreografie Jiří Kylián
muziek Igor Stravinsky Symphonie de Psaumes À la gloire de Dieu
decorontwerp William Katz
kostuumontwerp Joop Stokvis
lichtontwerp Jiří Kylián (origineel)
licht-herontwerp Kees Tjebbes
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
repetitoren Lorraine Blouin, Cèsar Faria Fernandes, Cora Bos Kroese, Elke Schepers,,Stefan Zeromski
repetitieassistent Jahn Magnus Johansen

Dansers
Isabella Boyd, Mathias Tannæs
Miharu Maki, Lucas Lima
Leyna Magbutay, Andrew Coffey
Melissa Hough, Dmytro Litvinov
Veronika Selivanova, Alex Cuadros Joglar
Caroline Roca, Josh Nagaoka
Elise Nøkling-Eide, Simon Regourd
Isabel Vila, Gabriel Gudim

Wings of Time | Day before Tomorrow 

Wings of Wax (1997)
choreografie Jiří Kylián
muziek Heinrich von Biber Passacaglia for solo violin John Cage Prelude for Meditation for prepared piano (© Edition Wilhelm Hansen AS G Scirner Inc) Philip Glass Movement III from String Quartet No 5 (© Dunvagen Music Publishers Inc Used by permission) J S Bach Goldberg Variation No 25 Adagio in G Minor (arranged for string trio by Dmitry Sitkovetsky from Goldberg Variationen BWV 988)
kostuumontwerp Joke Visser
licht- en decorontwerp Michael Simon
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
repetitoren Elke Schepers, Stefan Zeromski
repetitieassistent Igor Vieira

Dansers
Anaïs Touret, Dmytro Litvinov
Leyna Magbutay, Martin Dauchez
Grete Sofie Borud Nybakken, Giuseppe Ventura
Youngseo Ko, Jonathan Olofsson

Gods and Dogs (2008)
choreografie Jiří Kylián
muziek Jiří Kylián (concept) Dirk Haubrich muzikale compositie gebaseerd op Ludwig van Beethoven String Quartet No 1 in F Major Op 18 – Movement 1 Allegro con brio en Movement II Adagio affettuoso ed appassionato
computerprojectie Tatsuo Unemi Daniel Bisig
videoprojectie Dag Johan Haugerud Cecilie Semec
decorontwerp Jiří Kylián
kostuumontwerp Joke Visser
lichtontwerp Kees Tjebbes
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
repetitoren Urtzi Aranburu, Olivier Coëffard
repetitieassistent Yoshifumi Inao

Dansers
Samantha Lynch, Douwe Dekkers
Miharu Maki, Silas Henriksen
Nae Nishimura Skaar, Isaac Martin
Melissa Hough, Jonathan Olofsson

Bella Figura (1995)
choreografie Jiří Kylián
muziek Lukas Foss Lento from the Salomon Rossi Suite (© Salabert Paris Gehrmans Musikförlag AB Stockholm) Giovanni Battista Pergolesi Stabat Mater – opening Lukas Foss Andante from the Salomon Rossi Suite (© Salabert Paris Gehrmans Musikförlag AB Stockholm) Alessandro Marcello Adagio from Oboe Concerto in D Minor Antonio Vivaldi Andante from Concerto for 2 Mandolins and String Orchestra Giuseppe Torelli Grave from Concerto grosso Op 8 No 6 Giovanni Battista Pergolesi Stabat Mater – Quando Corpus
decorontwerp Jiří Kylián
lichtontwerp Jiří Kylián (origineel)
licht-herontwerp Kees Tjebbes
technisch supervisor (licht decor) Joost Biegelaar
kostuumontwerp Joke Visser
repetitor Lorraine Blouin
repetitieassistent Kaloyan Boyadjiev

Dansers
Nae Nishimura Skaar
Anaïs Touret, Martin Dauchez
Johanne Wien Pedersen, Silas Henriksen
Julie Petanova, Lucas Lima
Veronika Selivanova, Douwe Dekkers

Fonds Internationale Dans (FIND)

Drie Haagse dansorganisaties bundelen de krachten en halen meer internationale dans naar Amare. Met FIND bundelen Amare, Holland Dance Festival en Nederlands Dans Theater hun krachten om spraakmakende internationale dansproducties naar Den Haag te halen en Den Haag als dé dansstad van Nederland verder te profileren.

Meer over FIND >

Kontakthof - Echoes of ’78 - Pina Bausch

Concept en regie door Meryl Tankard - Een productie van Sadler’s Wells, Pina Bausch Foundation en Tanztheater Wuppertal Pina Bausch

wo 15 okt ’25 - za 18 okt ’25

CARNACIÓN

Rocío Molina feat. Niño de Elche

Flamenco Biënnale Nederland
zo 26 okt ’25 / 16:00

Anima Obscura

Scapino Ballet Rotterdam

do 30 okt ’25 en vr 31 okt ’25

Wachtlijst