Programmatoelichting:

Partita's in the Spotlight
SongHa speelt Bach

wo 1 okt / 20:15 / Nieuwe Kerk

Programma:

J.S. Bach - Partita nr. 3 in E majeur, BWV 1006
J.S. Bach - Partita nr. 1 in b klein, BWV 1002
J.S. Bach - Partita nr. 2 in d klein, BWV 1004

 

Uitvoerende

Door The Times geprezen als “betoverend: vol passie, verbeelding en durf,” behoort de Zuid-Koreaanse violiste SongHa (2000) tot de meest overtuigende musici van haar generatie. Als laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd 2024 en 2e prijswinnaar in Montreal 2023 ontving zij ook de Prix Reyl van het Verbier Festival en de Ana Chumachenco Award van het Kronberg Festival.

Haar spel bracht haar naar podia als de Berliner Philharmonie, Wigmore Hall, het Concertgebouw Amsterdam en nu naar Amare. SongHa soleerde met orkesten als het Montreal Symphony en Belgian National Orchestra, en speelde op toonaangevende festivals zoals Verbier, Gstaad en Kronberg.

Evenzeer thuis in recital en kamermuziek, verenigt SongHa een sprankelende virtuositeit met een zeldzame emotionele diepgang – kwaliteiten die haar wereldwijd erkenning en een groeiende schare liefhebbers opleveren.

SongHa studeerde aan de Yehudi Menuhin School en vervolgt haar opleiding bij Kolja Blacher aan de Hochschule für Musik Hanns Eisler in Berlijn. Ze bespeelt een viool in bruikleen van de Deutsche Stiftung Musikleben.

Programmatoelichting: 

Wat is een partita?
Een partita is een muzikale term die door de eeuwen heen verschillende betekenissen heeft gehad. Oorspronkelijk (in de 16e en 17e eeuw) verwees het naar variaties op een basthema of een enkel stuk. Later, vooral in de 18e eeuw, werd het woord gebruikt voor een meerdelige compositie of suite, bestaande uit opeenvolgende dansvormen.

De term komt van het Italiaanse partite of parti en is verwant aan het Latijnse pars (deel). Bach is de bekendste componist van partita’s, met beroemde werken voor klavecimbel, viool, fluit én solo viool. In latere eeuwen werd de term nog sporadisch gebruikt, vaak als een bewuste verwijzing naar de barok.

De beroemde Sonates en Partitas voor solo viool van Bach behoren tot de hoogtepunten van het solo-vioolrepertoire. Technisch uitdagend, ontroerend mooi en met onuitputtelijke diepgang: een beter werk voor een violiste om te laten horen waar ze allemaal toe in staat is, is bijna niet denkbaar!

SongHa schreef onderstaande toelichting voor de Bach Partita's die ze speelt in de Nieuwe Kerk.

J. S. Bach: Partita’s voor solo viool, BWV 1006, 1002, 1004
Bachs drie partita’s voor soloviool werden rond 1720 geschreven in Köthen, Duitsland. Een partita is een reeks dansen afkomstig uit Europese tradities van de 17e en 18e eeuw. De Allemande is een gematigde Duitse dans in tweedelige maat, de Courante een levendige Franse dans in driekwartsmaat, de Sarabande een langzame en expressieve Spaanse dans, en de Gigue een snelle, ritmisch energieke finale van Engelse oorsprong. Bach voegt hieraan andere vormen toe, zoals de Loure, Gavotte, Menuet, Bourrée, en in de tweede partita de uitgebreide Chaconne.

Partita nr. 3 in E majeur, BWV 1006
De E-majeur partita opent met het beroemde Preludio, een ononderbroken stroom van noten. De Loure, een langzame Franse dans, volgt met gepuncteerde ritmes en een sierlijke zwaarte. De Gavotte en Rondeau wisselt een terugkerend thema af met contrasterende episodes, wat het tot een van Bachs meest herkenbare delen maakt. De Menuetten, Bourrée en Gigue sluiten de suite af in de stijl van elegante balzaal-dansen, met een energiek slot.

Partita nr. 1 in b klein, BWV 1002
De eerste partita is bijzonder omdat elke dans gevolgd wordt door een Double – een variatie op hetzelfde harmonische kader. De Allemande is vloeiend en soepel, de Courante levendig en voortsnellend, de Sarabande langzaam en ernstig, en het Tempo di Bourrée levendig en ritmisch. De Doubles geven de suite een bijzondere contrapuntische rijkdom en variatie.

Partita nr. 2 in d klein, BWV 1004
De tweede partita volgt de traditionele volgorde van Allemande, Courante, Sarabande en Gigue, representatief voor respectievelijk de Duitse, Franse, Spaanse en Engelse dansvormen. Het middelpunt is de Sarabande, diep expressief van karakter.

Het werk culmineert in de Chaconne, een monumentale variatiereeks van ongeveer 64 variaties, gebaseerd op een herhalend viermatig baspatroon. Binnen deze grote structuur wisselt Bach tussen mineur- en majeurpassages, waarmee hij een dramatische reis van contrast en balans creëert, voordat hij terugkeert naar de duistere intensiteit van d-klein. Deze transformatie van een dansvorm van Spaanse oorsprong tot een werk van zulke diepgang en omvang, heeft de Chaconne tot een van de meest indrukwekkende en diepgaande composities in de hele muziekgeschiedenis gemaakt.

Meer in Amare

Waiting list

Wish list

Added:

To wishlist